(163) Bezit Vlissingen beter dan "… twintig gewonnen veldslagen."
Op 16 mei 1795 werd in Den Haag een verdrag gesloten tussen de Bataafse Republiek en Frankrijk. De onderhandelingen hierover waren al op 11 maart van dat jaar in Parijs gestart en hadden bijna tien weken geduurd. Er stond dan ook heel wat op het spel. Frankrijk was met harde hand bezig haar revolutie van vrijheid, gelijkheid en broederschap te exporteren naar de rest van Europa. De Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden was op 19 januari 1795, daags na de vlucht van stadhouder Willem V naar Engeland, tijdens een nagenoeg geweldloze revolutie omgedoopt tot Bataafse Republiek, waar de Fransgezinde patriottische partij de dienst uitmaakte. Het verdrag van Den Haag moest de relatie regelen tussen de nieuwe republiek en de toch wat opdringerige Fransen. Van de in totaal 23 artikelen handelden er, inclusief bijlage, 12 over het kleine Vlissingen. En dat was niet bepaald op verzoek van de Vlissingers zelf. Een voor Frankrijk zeer belangrijk onderdeel van het verdrag was het gebruiksrecht op de haven van Vlissingen. De stad was voor hen de belangrijkste vooruitgeschoven post in de strijd tegen Engeland met als inzet de macht in Europa. Een van de kopstukken van de toenmalige revolutionaire regering van Frankrijk was Emanuel Joseph Sieyès. Hij zou in 1799 als lid van alweer een nieuwe regering, het Directoire, Napoleon Bonaparte in het zadel helpen en werd algemeen gezien als een van de belangrijkste sleutelfiguren. Hij benadrukte al in maart 1795 het belang van de Schelde en de haven van Vlissingen voor de toekomstige ondergang van Engeland. Het bezit van het stadje met nog geen zesduizend inwoners was volgens hem van een grotere waarde dan “… tienjarige overwinningen en twintig gewonnen veldslagen.”
>> Lees verder
Afbeelding: Franse oorlogsvloot in de haven van Vlissingen (schilderij van Engel Hoogerheyden, Rijksmuseum, Amsterdam)