14. Een geslaagde krijgslist

Hoe de Vlissingers en de watergeuzen Middelburg links lieten liggen en in plaats daarvan Rammekens en Arnemuiden veroverden.

Peter van Druenen

Op 3 mei konden de Vlissingers met behulp van de toegestroomde watergeuzen en de plaatselijke bevolking Veere bevrijden. Pas op 30 juli 1573, dus ruim een jaar later, konden nieuwe successen worden geboekt. Op die dag trok een groep zwaarbewapende Vlissingers naar Arnemuiden. Vanuit Veere deed een groep bondgenoten hetzelfde. Het dorp had in navolging van Vlissingen al in april 1572 gekozen voor Willem van Oranje, maar moest daarvoor een paar weken later een zware prijs betalen. Arnemuiden was op geen enkele manier beschermd tegen invallen van buitenaf en op 8 mei werd het veroverd en verwoest door een Spaans leger dat handelde in opdracht van Alva. Honderden inwoners werden vermoord en even zo velen sloegen op de vlucht. In 1573 bood Arnemuiden dan ook een deplorabele aanblik en leek het in niets meer op het dorp dat nog geen tien jaar eerder door de Italiaanse reiziger Guicciardini was bezongen als een van de grootste en beroemdste havens van Europa.

Na die fatale dag was Arnemuiden weer in Spaanse handen en daarom het doelwit van de Vlissingers en de Veerenaren. Het dorp moest eerst worden bevrijd, voordat de aandacht kon worden gericht op het rijke en machtige Middelburg. Het was daarom logisch dat de opstandelingen niet als eerste Middelburg aanvielen, maar het kleine onbeschermde Arnemuiden dat nooit stadsrechten had gekregen en mede daarom geen muren had kunnen bouwen. Het dorp had van oudsher al een veel betere ligging aan zee dan Middelburg en vormde een voortdurende bedreiging voor de handel van de rijke en machtige stad die elke poging tot groei onmiddellijk in de kiem smoorde. De Arnemuidenaren hadden dan ook weinig op met hun buren.

De Spanjaarden wisten dat een aanval op het dorp grote steun zou krijgen van de bevolking. Voor hen was Arnemuiden door haar ligging een belangrijk onderdeel in de verdedigingslinie van Middelburg en ze wilden er alles aan doen om de vechtlustige Vlissingers en Verenaren tegen te houden. En dat was nu net waarop was gehoopt. Toen de Spanjaarden lucht kregen van de op handen zijnde aanval, mobiliseerden ze hun manschappen op het eiland. De meesten daarvan waren gelegerd in het Fort Zeeburg, Fort Rammekens. Op 70 soldaten na vertrok de hele bezetting, inclusief de commandant en de medische staf, in de richting van Arnemuiden waar ze dachten in een veldslag terecht te komen met de belagers van het dorp. Deze waren echter alweer vertrokken, naar Fort Rammekens dat nu makkelijk kon worden belegerd omdat er bijna niemand meer was om het te verdedigen. Tegelijkertijd sneden ze de weg af voor de Spanjaarden, die in de gaten hadden gekregen dat ze om de tuin waren geleid en tevergeefs probeerden terug te keren.

De belegering duurde daarom maar een paar dagen en op 5 augustus 1573 gaf de luitenant, de hoogste in rang nu de commandant niet meer aanwezig was, zich over. Hij was zelf bij de beschietingen door de arm geschoten en had dringend medische hulp nodig die er niet was, omdat de wondheler ook naar Arnemuiden was vertrokken. Hij kreeg, samen met zijn manschappen, een vrijgeleide naar Middelburg en het fort was nu van Veere en Vlissingen. Deze verovering werd gezien als een van de belangrijkste mijlpalen tot dan toe in de opstand van Willem van Oranje tegen de Spanjaarden. Korte tijd later kon ook Arnemuiden worden ingenomen.

Volgende week: Hoe Vlissingen in 1574 ruimhartig werd beloond voor bewezen diensten.

Afbeelding: De verovering van Fort Rammekens op 5 augustus 1573 (ets van Frans Hogenberg, Rijksmuseum, Amsterdam).