(101) De oorsprong van Vlissingen (1)

Op een tekening uit 1550 is het dorp Vlissingen, dat al was ontstaan in de twaalfde eeuw, goed te zien. De stad Vlissingen was op dat moment ook al weer bijna 250 jaar oud en voorzien van muren, poorten en grachten. Het dorp lag net buiten de meest noordelijke poort, was omringd met watergangen en bestond uit een kerk, een paar straatjes met huizen en een kasteel. Omdat het dorp vanaf het eind van de dertiende eeuw nooit meer zou worden uitgebreid, was dit ook ongeveer het beeld in de tijd dat graaf Floris V het idee kreeg om ten zuiden van het dorp een echte stad te bouwen. Dat gold in ieder geval voor het kerkje en voor het kasteel tussen het dorp en de stadspoort. De tekening uit 1550 laat dus het oorspronkelijke en volgroeide dorp zien en levert als zodanig een unieke blik op Vlissingen zoals het ook was in de dertiende eeuw. Wel moeten we de kustlijn tussen de stad en het dorp een halve kilometer naar het westen doortrekken omdat die honderd jaar later ontstond, na een reeks van zware stormvloeden. Vlissingen had, met andere woorden, in 1250 meer grond dan in 1550. Wat bleef was de structuur en de aanblik van het dorp. En natuurlijk het kasteel. Ook de watergangen dateerden naar alle waarschijnlijkheid uit de dertiende eeuw. In die tijd werden in een groot deel van Walcheren smalle kanalen  gegraven ten behoeve van de waterhuishouding van het eiland. Mogelijk hebben deze weteringen ook een rol gespeeld bij het afgraven van het veen ten behoeve van de zoutwinning.

Speciale aandacht verdient de kerk van Oud-Vlissingen, de Sint-Petruskerk. Op de tekening van 1550 is duidelijk te zien hoe die was gebouwd: in de Romaanse stijl, die zich kenmerkte door boogvormige ramen en door twee achter elkaar gelegen rechthoekige gebouwen die met elkaar waren verbonden. Het kleinste, wat hogere gebouw, was het koor waarin het altaar stond. Het grootste, wat lagere deel, dat tegen de toren was aangebouwd, bevatte de zaal van de kerk. Er waren geen zijbeuken. De piramidevormige toren was vrij spits voor een romaanse kerk, maar kan van een latere periode zijn. Dit type kerk werd vooral in de twaalfde en dertiende eeuw gebouwd. De Gotische stijl, met de puntvormige ramen, kwam pas op het eind van de dertiende eeuw in zwang. De dorpskerk van Vlissingen was waarschijnlijk opgetrokken uit tufsteen, een zachte vulkanische steensoort die moest worden geïmporteerd uit berggebieden. Het dorp had ook een gemeentehuis, want er moest een plek zijn waar het dorpsbestuur en het gerechtshof, de vierschaar, haar zittingen konden  houden. (wordt vervolgd)