(19) Staking in 1928


Een van de eerste grote georganiseerde stakingen in Nederland waarbij meerdere vakbonden samenwerkten en waarbij de uiteindelijke resultaten voor alle partijen als gunstig werden ervaren, vond in 1928 plaats in …… u raadt het al: Vlissingen. Bij de NV Koninklijke Maatschappij De Schelde. Op 25 mei 1928 legde de meerderheid van de werknemers van de scheepswerf het werk neer, om het pas 18 weken later weer op te pakken. Al die tijd werd er zwaar onderhandeld tussen de bonden en de directie van De Schelde. Dat liep aanvankelijk op niets uit. De belangen van een goede afloop, ook voor de nationale verhoudingen, waren echter zo groot dat het toenmalige christelijke kabinet De Geer besloot om in te grijpen. Vanaf dat moment werden de onderhandelingen geleid door een overheidsbemiddelaar. Deze lukte het uiteindelijk om in oktober de partijen op één lijn te krijgen en een akkoord te sluiten. Op 2 oktober 1928 was de staking ten einde.

Het conflict dat ten grondslag lag aan de staking sluimerde al langer. Inzet waren de christelijke feestdagen en de jaarlijkse vakantie rond Pinksteren. Op die dagen werd er namelijk een veel lager loon uitgereikt. De redenering was simpel: er wordt niet gewerkt, dus er wordt ook niet of in ieder geval minder uitbetaald. Daarnaast vonden de vakbonden dat de hoogte van de lonen uit de pas begon te lopen met de lonen in andere sectoren. Het argument van de directie dat de zaken slecht gingen, werd afgedaan als flauwekul: de orderportefeuille liet al een paar jaar een opgaande lijn zien en de scheepswerf maakte een goede periode door. De lont in het kruitvak werd aangestoken toen de directie van De Schelde suggereerde dat de werknemers hun lidmaatschap van de vakbonden maar moesten opzeggen. Dat zou genoeg geld besparen om ook de feestdagen door te kunnen komen.

De staking was goed georganiseerd. De drie belangrijkste metaalbewerkersbonden werkten samen: de algemene, de protestantse en de rooms-katholieke. Zelfs de radicale Syndicalisten  deden mee. Opvallend was hoe de Vlissingse bevolking meeleefde en de stakers ondersteunde waar het mogelijk was. Zo beloofde schoenmaker P. Hintzen aan de Kolvenierstraat de stakers een korting van 10 procent op zijn diensten. Er werden allerlei activiteiten georganiseerd: uitstapjes, stranddagen, een jeugdkamp, fietstochten, kinderfeesten en voetbalwedstrijden. De zomer van 1928 hielp daaraan goed mee: het was een hele mooie met veel zonuren.

Uiteindelijk kregen de bonden in bijna alles hun zin: een vol loon op de Christelijke feestdagen inclusief de week van Pinksteren en een loonsverhoging van 1 cent per uur. Als tegenprestatie stonden de bonden toe dat er wekelijks tot maximaal vijf uur kon worden overgewerkt.  En dat was weer goed voor de werf, want de orders bleven binnenstromen.