En toch zou het allemaal anders worden. Aan het eind van de veertiende eeuw kon Vlissingen zich weliswaar de belangrijkste visserijhaven van het eiland en waarschijnlijk zelfs heel Zeeland noemen, de handel was nauwelijks toegenomen en stelde weinig voor. De visserij was gegroeid dankzij een aantal innovaties zoals het haring kaken. Hierdoor konden de vissersschepen grotere afstanden afleggen en kon de vis in veel meer steden dan voorheen het geval was, aan de man worden gebracht. De handel daarentegen had ernstig te lijden onder de slechte reputatie die Vlissingse schippers hadden opgebouwd: de goederen werd niet op de afgesproken plaats afgeleverd, opbrengsten werden in eigen zak gestoken, men deed aan zeeroverij en betalingsverplichtingen werden niet of nauwelijks nagekomen. Uit Engelse archieven zijn 26 handelsdocumenten bekend waarin Vlissingen een hoofdrol speelt. Maar liefst 13, de helft dus, gaan over wandaden van handelaren. Waarschijnlijk waren er ook vissers die zich schuldig maakten aan deze misstanden. Zij mochten ook regelmatig Engelse producten meenemen, nadat ze hun lading met vis op een Engelse markt hadden verkocht. En ook daar zal het niet altijd even eerlijk zijn toegegaan.
Afbeelding: Het havenhoofd in Vlissingen anno 2013. De locatie is nog hetzelfde als in de veertiende eeuw (Bron: Eigen collectie auteur)