5. Huh? Den Briel?

Hoe kan worden aangetoond dat de inname van Den Briel weinig invloed had op de Vlissingse Opstand. 
Peter van Druenen 

De geschiedenis van de dag zelf, 6 april 1572, versterkt het beeld dat de opstand goed was voorbereid en zich vooral richtte op het wegnemen van de bedreigingen voor de stad, haar inwoners en haar economie. Katholieken en protestanten trokken schouder aan schouder met elkaar op, net als burgers en magistraten en armen en rijken. Niet het geloof was leidend, maar het welzijn van de stad. Niet de verschillen stonden voorop, maar de overeenkomsten. Over de datum waarop de opstand begon, is veel onduidelijkheid. Hiermee is door de meeste kroniekschrijvers en historici wat gemakzuchtig omgegaan. 

Op paaszondag 6 april 1572 zou het allemaal zijn gebeurd: zowel de aanleiding als de opstand zelf. De werkelijkheid was anders, in elk geval genuanceerder. Om meer inzicht te krijgen in de werkelijke gang van zaken moeten we, na de al te dominante aanname dat het geloof een belangrijke rol speelde, nog een andere mythe de wereld uit helpen, namelijk de rol die de inname van Den Briel zou hebben gespeeld in de Vlissingse opstand. In de officiële geschiedschrijving was het deze gebeurtenis die Alva ertoe aanzette een vloot met 1.000 soldaten naar Vlissingen te sturen om te voorkomen dat de voor de verdediging van de Nederlanden zo belangrijke strategisch gelegen havenstad in handen van de Prins van Oranje zou vallen. Aan de andere kant zou Vlissingen door Den Briel zijn geïnspireerd tot haar eigen opstand. Beide aannames berusten op verkeerde inzichten.

Er zijn minstens drie argumenten waarmee kan worden aangetoond dat de gebeurtenissen weinig tot niets met elkaar te maken hadden, behalve dat ze in dezelfde week plaatsvonden. In de eerste plaats moeten we vaststellen dat de inname van de beide steden, voor wat betreft de aanleiding en het verloop, volledig op zichzelf stonden. Den Briel werd bij toeval ingenomen door een legertje watergeuzen van wie de meesten nog nooit in de stad waren geweest, terwijl Vlissingen door de Vlissingers zelf bevrijd werd van een grote groep soldaten, die de stad zoveel overlast bezorgden dat het gewone leven in de stad daar ernstig schade van ondervond.

In de tweede plaats had Alva al veel eerder besloten Vlissingen te gaan versterken. Zo was hij begonnen met de bouw van de citadel en arriveerde er op 3 april een groep Spaanse kwartiermakers in Vlissingen om de komst van 1.000 Spaanse soldaten en het vertrek van hun Waalse collega’s voor te bereiden. Het is waarschijnlijk dat Alva pas op 3 april, en of nog later, hoorde van de inname van Den Briel. De snelste manier om een bericht over te brengen, was met behulp van paarden. Het tijdsbestek waarin het bericht kon worden overgebracht was afhankelijk van de afstand en de hoeveelheid hindernissen onderweg. Alva zetelde in 1572 in Brussel en tussen deze stad en Den Briel lagen tal van obstakels, vooral water. De boodschapper, en die is er zeker geweest, deed er meerdere dagen over om het bericht over te brengen. Alva kan dus nooit voor 3 april hebben geweten van de val van Den Briel, hooguit op de dag zelf, maar waarschijnlijk veel later. Alleen al daarom was het onmogelijk dat dit voor hem de reden was om Vlissingen te gaan versterken. Daarnaast gingen er, in die tijd, weken voorbij voordat er een strategisch plan was gemaakt, 1.000 soldaten waren gevonden en ingescheept en een groep kwartiermakers was geïnstrueerd en op pad gestuurd. De kwartiermakers, die op 3 april in Vlissingen arriveerden, waren dus al veel eerder vertrokken en hun missie was al weken, zo niet maanden, eerder voorbereid. Dat was ook het geval met de vloot die 6 april voor de rede van Vlissingen arriveerde.

Het derde argument waarmee we het vermeende verband tussen de innamen van Den Briel en Vlissingen op losse schroeven kunnen zetten, wordt geleverd door de Vlissingers zelf. Mogelijk dat zij die week al hadden gehoord van de gebeurtenissen in Den Briel. De vraag is of dit het verschil uitmaakte tussen opstand of geen opstand omdat zij immers al eerder waren begonnen met de voorbereidingen. Het is goed mogelijk dat er een extra motiverende werking uitging van het bericht, maar meer invloed was er zeker niet.

Volgende week: Hoe de Vlissingse Opstand al lang van te voren was voorbereid.

Afbeeldingen:
- De inname van Den Briel door de watergeuzen, 1 april 1572 (ets van Frans Hogenberg, Rijksmuseum, Amsterdam).
- Portret van Fernando Álvarez de Toledo (1507-1582). Door Antonis Mor (Prado Madrid).