(7) “Geen mooie gebouwen …”


Over de geschiedenis van Vlissingen vóór 1809 is weinig bekend. Op 13 en 14 augustus van dat jaar werd de stad vanuit zee gebombardeerd door de Engelsen, die het plan hadden opgevat om de Franse troepen van Napoleon uit de stad te verjagen en vervolgens de Scheldemond onder controle te krijgen. Behalve 320 woonhuizen werden tal van openbare gebouwen verwoest, waaronder het monumentale stadhuis van Vlissingen, inclusief het stadsarchief. 350 Vlissingers kwamen om het leven. Wat er tegenwoordig over de periode vóór 1809 te vinden is in het Gemeentearchief, komt voornamelijk uit particulier bezit.

Gelukkig is er ook vrij veel materiaal op andere plaatsen aanwezig, waaronder natuurlijk het Zeeuws Archief in Middelburg en de stadsarchieven van onder andere Antwerpen en Londen. Ook in Utrecht is het nodige te vinden. De bibliotheek van de Universiteit daar bezit een dagboek uit de zestiende eeuw, geschreven door Aernoit Buchell, een jurist en wetenschapper. Hoewel het grootste gedeelte van het document, dat uit meerdere banden bestaat, handelt over zijn tijd in Utrecht, beschreef hij in het eerste deel zijn belevenissen als kind en als student. In 1584 ging hij op twintigjarige leeftijd naar Douai, in het noordwesten van Frankrijk. Op de heenweg bezocht hij een paar steden, waaronder Vlissingen.

Buchell schreef dat Vlissingen de meeste versterkte stad was van Walcheren. De zee en de vestingmuren waren volgens hem bestand tegen het grootst denkbare oorlogsgeweld. Het zou voor welke vijand dan ook nagenoeg onmogelijk zijn om via de muren, de stad te bereiken. Ook over de bevolking sprak Buchell vol bewondering: het waren bijna allemaal zeelieden die ook nog eens zeer deskundig waren op het gebied van de scheepvaart en de zee. De gebouwen en de huizen kwamen er minder goed vanaf. Eigenlijk vond hij dat er maar weinig moois was te zien, behalve dan een huis met standbeelden en de toekomstige residentie van Willem van Oranje die toen nog in aanbouw was. Al met al vond hij Vlissingen geen stad om lang te blijven. Waarschijnlijk is hij dezelfde dag nog verder gereisd. Hij maakte nog wel drie schetsen in zijn dagboek.

Afbeelding: Een van de drie schetsen op de pagina over Vlissingen in het dagboek van Aernout van Buchell uit 1584: de noordwestkant van de stad, net voor de Middelburgse Poort en gezien vanuit het dorp Oud-Vlissingen (Bron: Buchell, Aernoit, Diarium 1560-1599, Universiteit van Utrecht, bibliotheek)